
De Hoge Raad oordeelt dat zowel gerealiseerd als ongerealiseerd rendement dient te worden meegenomen bij de bepaling van het werkelijk rendement in box 3. De rechtbank en het hof hadden hier eerder verschillend over geoordeeld, wat uiteindelijk leidde tot cassatie. Een goudbaar speelt een centrale rol in deze zaak. De waardestijging hiervan leidde tot de discussie over de hoogte van het werkelijk rendement in box 3.
In 2018 bezit een vrouw, naast haar bank- en spaartegoeden, ook een goudbaar die een aanzienlijke waarde vertegenwoordigt. Tijdens de procedure wordt vastgesteld dat de goudbaar dat jaar een ongerealiseerde waardestijging van € 701 heeft doorgemaakt. De rechtbank telt deze ongerealiseerde waardestijging van de goudbaar mee als onderdeel van het werkelijk rendement. Het gerechtshof oordeelt later anders en stelt vast dat een ongerealiseerde waardevermeerdering niet meegenomen mag worden in het belastbare inkomen, omdat hier geen daadwerkelijk genoten rendement aan ten grondslag ligt. De Hoge Raad komt uiteindelijk tot het oordeel dat de uitleg van het hof te beperkt is. Volgens de Hoge Raad moet ook een ongerealiseerde waardeverandering, zoals de toegenomen waarde van de goudbaar, worden gerekend tot het werkelijk behaalde rendement.
Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLI:NL:HR:2025:1475 | 03-10-2025
Laatste nieuwsberichten
Inspecteur moet voldoende tijd geven voor hoorgesprek
30-10-2025
Niet-gerealiseerde waardestijging van goudbaar is werkelijk rendement
30-10-2025
Geen uitnodiging, toch verplicht btw betalen
30-10-2025
Geen periodieke gift ondanks schenking gedurende vijf jaar
30-10-2025
Betalingen zonder tegenprestatie zijn niet aftrekbaar
23-10-2025
Onverplicht aflossen schulden bv is geen aandeelhoudersmotief
23-10-2025
Uitbreiding aandelenbelang telt niet mee voor vijfjaarstermijn bor
23-10-2025
Bijtelling privégebruik voor drie auto’s
16-10-2025
Geen bron van inkomen door scheiding activiteiten
16-10-2025
Controlerapport geen beschikking verliesverrekening
16-10-2025